De kardoen is familie van de artisjok, en dat zie je heel goed aan z’n uiterlijk. Artisjok is dus de gecultiveerde neef van Kardoen. Dat kardoen de wilde soort is, merk je ook in het onderhoud, maar daarover straks meer. Dus waar de artisjok op een uit de kluiten gewassen distel lijkt, is de kardoen dat ook. Natuurlijk relatief subjectief, waar is het verschil tussen een groente en een bloem/distel? Ik ben alleszins nog steeds aan het zoeken, dus als iemand meer info heeft, aarzel niet en geef me een seintje. Maar dit terzijde
Een echte kleurenpracht
Geschiedenis
De wortels van de kardoen zijn in het Mediterraan gebied te vinden. Er zijn bronnen gevonden dat zowel de Romeinen als de Grieken de plant aten. Waarschijnlijk zijn zaadjes meegenomen door ontdekkingsreizigers naar zowel Europa, de Argentijnse pampa’s, vruchtbare, droge vlakten. Australië en Californië. En als we het hebben over Australië, de pampa’s in Argentinië, Californië, hij heeft zich daar wonderlijk goed weten aan te passen. Zo goed, dat hij daar woekert en vaak als een onkruid wordt aanzien
Uitzicht
Zoals reeds gezegd. Een grote distel. Tot twee meter hoog kan hij worden als je hem de ruimte en de tijd geeft. Nogal wollig ook. Bladeren tot een halve meter lang, 35 cm breed, heel vlezig ook. Als je de bladeren bekijkt, lijken ze wat op een ei. De wilde soort heeft redelijk wat stekels, door selectie is men er in geslaagd soorten voort te brengen met minder stekels. En zoals gezegd heeft met de tijd door selectie van de plant ook de artisjok het levenslicht gezien.
Bloei
Om zich te ontwikkelen is een lang, koel groeiseizoen nodig van ongeveer zes maanden. Dus als je in maart, april of mei zaadjes in de grond gestoken hebt, moet je het eerste jaar nog niet te veel gaan verwachten. Zoals ik had vermeld, is de kardoen de wilde soort en artisjok de gecultiveerde. Kardoen kan redelijk goed tegen vorst, een laag humus op de wortels is meestal voldoende, daar waar je artisjok echt moet gaan beschermen. Maar het tijdsintensieve blijft natuurlijk. Twee jaar alvorens hij bloeit is niet niets, het is dus ook pas na twee jaar dat je zaad voor een nieuwe generatie kan verzamelen. En buiten het tijdsintensieve om zo een volwaardige plant te bekomen moeten de planten ook ver uit elkaar worden geplant vanwege de ruimte dat ze nodig hebben. Maar het resultaat is er één, naar mijn mening, om u tegen te zeggen. Hij bloeit tussen augustus en september. Paarsblauw zijn de bloemen in bloei. Een mooie bloem die tot 6 centimeter in diameter kan gaan. Van grote van bloemen doet de artisjok het wel beter, van stekels op de schutbladeren moet de artisjok in de kardoen zijn meerdere erkennen.
Dus de plant is in ons klimaat een rariteit, maar op de Kollebloem is Raymond er dus in geslaagd zo een plant op te kweken.
Eten?
Je kan hem eten. Maar het is zo moeilijk hem te laten groeien, zeker in ons kleine België waar open plek steeds meer een luxe voor de happy few wordt, dat hij alleen daar wordt geteeld waar er de plek is en hij een in het seizoen een vaste waarde op het menu vormt. De stengels zijn gebleekt heel lekker. Zoals gezegd is hij in België meer een rariteit, ’t zou dan al vreemd zijn moest iedereen hem hier als eetbare groente kennen. In Zuid-Europa daarentegen is dat wel anders. Frankrijk, Italië, … De groente groeit er makkelijk, is er geliefd en dus ook makkelijk verkrijgbaar.
Dus als je kardoen of artisjok zet om te genieten van de bloemen kunnen die twee perfect tegen elkaar op, alleen is de kardoen heel wat makkelijker in onderhoud.
Wouter
wouterbraeckman 
Schitterende plant maar heb er de ruimte niet voor.