Know your ennemy! Slakken!

In het Engels is er een gezegde dat luidt “know your ennemy”. En als we gaan kijken naar de tuiniers hier, dan is het echt niet zo vreemd dat tuiniers slakken als vijand zien. Die “vriendelijke” beestjes richten een ravage aan aan je groenteperk

Voor de mensen die het zou interesseren, de wetenschappelijke naam is gastropodia. Daarmee verwijzend naar de wijze waarop ze zich voortbewegen. Gastro betekent buik, podia wil poten zeggen. Al eens geprobeerd je op je buik voort te trekken op een droge vloer? Ik denk dat hiermee direct ook het raadsel van de productie van slijm is ontrafeld. Ze maken eigenlijk zo de rest van hun pad begaanbaar. En hiermee is ook meteen verklaard waarom een slak vooral ’s nachts of in de vroege ochtend actief is als het vochtig is.  Na of tijdens een regenbui tref je ze natuurlijk ook aan.

gastro podia, de vijand van zowat iedere tuinier

gastro podia, de vijand van zowat iedere tuinier

.

Het slijm, mucus genaamd, houdt ze ook proper.

Overigens is het zo dat de aard van het slijm wijzigt naargelang de te nemen hindernis. Vergelijk het met een bij. Naarmate welke raat de bij moet maken, verandert de samenstelling van hun was. Of hoe wonderlijk de natuur kan zijn. Om iets eenvoudigs te noemen, komt er een helling aan, en moeten ze meer houvast nodig hebben, dan gaat de samenstelling van het slijm veranderen.

Maar slakken zijn allerminst gemakkelijke beestjes. In de zin dat veel in de omgeving mee moet zitten, en zeker niet enkel het vochtgehalte. Ook de temperatuur, de hoeveelheid licht, en het zout. Om te weten hoe belangrijk het laatste is moet je maar eens opzoeken hoeveel vocht zout kan opslorpen. Zout op de slakken strooien en blijven kijken naar het resultaat is dan ook redelijk sadistisch, maar heel effectief. Om maar te zeggen, de vochtigheid moet mee zitten. Je vindt ze dan ook vaak in composthopen, onder dode bladeren, onder stenen, noem het.

Dat is ook de reden waarom neteldoek ook gaat helpen tegen de slakken.  Wat zon, en de zwarte neteldoek absorbeert de warmte.  Dus als er vocht op die neteldoek staat, gaat dat makkelijker verdampen.  En zo een droge, warme ondergrond is dan ook allerminst ideaal als je voor voort te bewegen afhankelijk bent van glijden (de productie van slijm vergt ook energie en is bovenal niet oneindig).

De slakken dat wij kennen van de tuin zijn eigenlijk maar het topje van de ijsberg, weliswaar het meest irritante, maar goed. Slakken behoren tot de orde van de weekdieren. Zij zijn, en dan nog een fractie van de soort, de enige weekdieren die op het land leven. Het grootste deel leeft in zout water, een deeltje in zoet water, een fractie ervan op land.

Een huisjesslak, zo een beest dat de hele tijd met een schelp rondzeult, kan zich bij plotselinge warmte nog iets of wat verschuilen. Hier zijn de naaktslakken dus serieus in het nadeel. Geen huisje=niets van bescherming als ze op de verkeerde plek zijn. Dus dit maakt de plek waar ze zijn des te belangrijker

Maar waarom heeft de natuur ze geschapen, welk nut hebben die eigenlijk. Voornamelijk opruimingswerk. En daarin zijn ze redelijk effectief want ze (vr)eten zowat alles, ongeacht het feit dat ze niet al te groot zijn. Hun vijanden? Egels, muizen, de meeste vogels, kikkers ook, reptielen en sommige insecten. Dus voor de biodiversiteit, nu een woord dat zowat overal weerklinkt, zijn ze ook zeker nuttig

Of het giftig is dat slijm? Als het al zo is dan hebben diegenen onder ons die gezichtscrèmes gebruiken een probleem, want daar zit het dus in. Recent onderzoek aan de universiteit van Queensland heeft uitgewezen dat het pijnstillend zou zijn. De peptiden die in het slijm zitten dienen om de prooi van de slak te doden. Maar bij ons werkt het dus pijnstillend (verdooft de zenuwen).

Tagged with: , , ,
Geplaatst in dieren

Plaats een reactie